- Blind mode tutorial
lichess.org
Donate
The Real Paul Morphy

Omslag van The Real Paul Morphy

ECF Book of the Year 2025: The Real Paul Morphy

Chess
Is het nieuwe boek over Paul Morphy de moeite waard?

Ergens had ik nog een cadeaubon liggen voor de Denksportkampioen (bedankt Petrus en Paulus!), en die moest ik toch eens inruilen voor wat schaakpapier. Dus, op 23 oktober van het jaar des Heren 2025, bedacht ik: einde van het jaar, dus eens kijken als de ECF al een boek van het jaar heeft gekozen. Dat is mijn go-to website als ik (nu veel minder dan vroeger) zin krijg om me nog eens te verwennen met een schaakboek.

Nu is het jaareinde wel het typische seizoen voor bekroningen, erkenningen, nobelprijzen en dergelijk. Trouwens, wat Nobelprijzen betreft, ik ben dit jaar flink opgeschoten met het lezen van alle (recente) Nobelprijs – en Booker Prizewinnaars, maar daarover misschien later meer.

Schaken passeert wel eens in een zin in de “grote” literatuur. Zo ben ik net bezig met “Een avond in Isfahan”, een bundel reisverhalen van Cees Nooteboom. Nooteboom, die op de luchthaven Donner ontmoet, die op dat moment naar München vliegt voor een tornooi. En als je zo’n reisverhalen leest – je denkt al snel, dat kan ik ook – besef je hoever een tornooiverslag – zelfs eentje in het buitenland – staat van een echt reisverslag, met impressies, beschouwingen, vergelijkingen, gesprekken met lokale inwoners, meemaken van lokale rituelen, opsnuiven van traditionele culturen...

Wanneer Nooteboom schrijft over zijn impressies in het Iran van de Shah (in mei-juni 1975), dan kunnen wij alleen maar jaloers zijn op het feit dat hij dat heeft kunnen schrijven vanuit een ander tijdperk, waarin de ajatollahs het nog niet voor het zeggen hadden – en dan nog alleen maar omdat de onbezonnen Iraanse linkse jeugd in 1979 een ander regime wou (niet dat dat van de Sjah nu een modelregime was) – wat hebben ze zich vergist...), maar die link is voorlopig te frêle om hier een artikel rond te breien.

De ECF Book of the Year award is zo’n beetje de (International) Booker Prize van de schaakliteratuur. In schakend Amerika (zie de website van de Chess Journalists of America (CJA)) zijn er wel prijzen voor artikelen, journalisten, foto’s, ... (je kan het zo gek niet bedenken, de lijst is bijna eindeloos) maar net zoals bij de Oscars, is het een feestje navelstaarderij (in 2016 ging het gros van de awards naar Chess Life) en is men blissfully unaware van de kwaliteit in de niet-Engelsschrijvende schaakwereld (nu, het zijn dan ook Amerikaanse Awards).

Terug naar de ECF: ik kwam op deze pagina terecht (zie ook hier voor de voorbije topboeken) , en daar zag ik dat het nieuwe boek over Morphy de bekroning had binnen gehaald (trouwens ook beloond als beste boek bij de CJA). Ik ben misschien onvolledig, maar samengevat in één zin: daar waar het (prima) werk van Maroczy over Morphy (1837-1884) vooral een partijenverzameling is met wat extra biografische info, is het nieuwe boek eerder een biografie met partijen.

Nu heb ik wel al iets over Morphy staan in mijn boekenkast. Ooit kocht ik bij een Duitse antiquair het Duitstalig werk van Maroczy over Morphy (Edition Olms), en ik heb hetzelfde boek in het Engels van Caissa Editions staan. Het is – ik geef het toe – vandaag de dag overbodig om partijenverzamelingen aan te kopen, wanneer alle partijen van Morphy al in Chessbase zitten, maar mijn argument is dan altijd: je neemt makkelijker een boek vast in een luie zetel of op vakantie, dan een billenwarmende laptop, met alle risico’s vandien.

Toen ik er over nadacht, was dat boek van Maroczy zowat het enige boek over Morphy dat ik me voor de geest kon halen. Dit in tegenstelling met wat ondertussen al over Fischer geschreven is. De bibliografie van “The Real Paul Morphy” leerde me op dat vlak wel een en ander bij. Maar dit blijft zonder twijfel de beste actualisatie en qua volledigheid een topwerk over het leven en de familiegeschiedenis van Morphy. Dat is dan ook de grote meerwaarde van dit boek tegenover Maroczy’s boek. Hier krijg je het kader rond de persoon van Morphy te lezen.

Morphy is volgens mij de beste topspeler om partijen te analyseren voor jonge en beginnende spelers. Het is bijna altijd “meester tegen amateur” en het doel van zijn zetten wordt vaak snel duidelijk – door in de eerste plaats zijn heldere spel, maar meestal ook door het zwakke spel van zijn tegenstanders. Het is ook geen toeval dat veel latere wereldkampioenen verwezen naar Morphy als referentie voor goed schaak.

Ik was trouwens wat weigerachtig om het te kopen – al was het maar omwille van de cover - gelijkaardig aan die van de serie “Best Games” (Botvinnik, Euwe, Ding Liren, Spassky) – was dit geen “seriewerk”? Ook het feit dat Matthew Sadler het boek vijf sterren gaf, is geen garantie op kwaliteit. De man deelt (onder commerciële druk?) vlot vijf sterren uit, en bij sommige van die bekroningen heb ik wel wat vragen. Maar de partij die hij in zijn review aanhaalt (de zogenaamde voorloper van Fischer-Anderson) is zeker de moeite om even na te spelen. Hier is het idee (zwart speelt Kh8 + g7-g5) zelfs nog meer opmerkelijk, omdat wit zelf lijkt klaar te staan om op de koningsvleugel iets te beginnen. Fischer stond erom bekend om oude partijen te analyseren, en hij keek enorm op naar zijn Amerikaanse voorganger. Het is mogelijk dat hij de mosterd voor zijn zijn beroemde Kh1+Tg1+g2-g4 tegen Anderson bij Morphy heeft gehaald.

Goed, het boek zelf nu. Positief is de eerder lange inleiding tot Paul Morphy zelf. Het schaken voor Morphy wordt behandeld, met voornaamste exponent natuurlijk de maratonmatch tussen de la Bourdonnais en MacDonnell, en in een tweede hoofdstuk een verhelderende kijk in zijn familiestamboom (zijn grootvader aan moeders kant was een slavenhandelaar). Dan volgen we zijn opmars, zijn Amerikaanse titel, zijn Europese tour en terugkeer in Amerika, en tenslotte hoe de Amerikaanse burgeroorlog zijn wereldbeeld schampte en hijzelf het schaken totaal afzwoer.

Het boek telt zo’n 380 bladzijden, ligt goed in de hand, heeft een goede bladspiegel – klassieke New in Chess kwaliteit. FM Charles Hertan – die ik voordien niet kende als schaakauteur, maar dit is niet zijn eerste werk – heeft een goede pen. Het boek verliest zich niet in uitputtende details, zoals sommige biografieën van McFarland, maar houdt het simpel en leesbaar – geen nutteloze randinformatie. Ook de verbeteringen van oude analyses met software zijn beknopt en overheersen niet; enkel als er echt afwijkingen zijn, wordt de computercorrectie vermeld. Het boek streeft ook geen perfectie na - wie alle partijen van Morphy wil hebben, checkt beter Maroczy's boek.

De partijen van Morphy zelf dan. Deze zijn niet foutloos, maar dat waren zijn tegenstanders ook niet. Het is eerder de klare lijn (later ook merkbaar in de partijen van Capablanca en Fischer) die hier naar voor komt. Logische zetten, eenvoud, geen complexiteit. Net daarom eindigden veel van zijn partijen in het middenspel, met een mooie combinatie als slot. Maar hij kon even goed een knap eindspel spelen.
In de match tegen Löwenthal in de zomer van 1858 kwam hij (na remise in de eerste partij) in de tweede partij zeer slecht te staan na de opening. Löwenthal overspeelde echter zijn hand en verloor toch nog.

https://lichess.org/study/nhw48oL3/ZBQFxslb#0

Niettemin, deze partij had Löwenthal geenszins overtuigd van de suprematie van Morphy. Die indruk kreeg hij pas in de derde partij, toen Morphy hem in het eindspel een lesje leerde. Bemerk dat Löwenthal (1810-1876) geen kleine jongen was. Vlak na de match werd hij Brits kampioen.

https://lichess.org/study/nhw48oL3/wA4413zE#0

Het is een boek dat niet zou misstaan als eerste schaakboek voor wie leert schaken. De partijen zijn instructief, de commentaren to the point en de materie overweldigt niet.

Net zoals bij andere jong overleden schakers stel ik mij de vraag: wat als Morphy was blijven leven? Hij was geboren in 1837 – was hij 100 geworden, dan had hij de wereld in 1937 nog kunnen meemaken. De kans is heel klein dat hij nog geschaakt zou hebben, want hij had het schaken werkelijk afgezworen (hoewel, wie dacht dat Fischer ooit nog zou schaken?), maar zelfs als levend monument zou hij nog veel hebben bijgedragen aan het schaakspel. Hij overleed in 1884, net toen schaken volwassen werd. Steinitz had Anderssen verslagen in 1866 en zou WK worden na zijn match tegen Zukertort in 1886. Een match Morphy-Steinitz zou dan nog perfect mogelijk geweest zijn. En nog geen decennium later werd Lasker WK. Tja, het heeft niet mogen zijn. Maar dit boek biedt tenminste 384 bladzijden troost.

De 16 bladzijden kleurfoto’s zijn zeker een meerwaarde in het boek – anderzijds had een opsomming van zijn tornooi- en matchresultaten een mooie samenvatting van Morphy’s carrière kunnen vormen in het boek. Verder heb ik absoluut niets aan te merken op dit boek. Een waardig “Book of the Year”.