- Blind mode tutorial
lichess.org
Donate
Timman-Yusupov

eigen foto

Thematornooien en modevarianten

ChessOpening
Thematornooien zijn haast niet meer van deze tijd, maar mode is voor altijd.

De bekendste tornooien vroeger waren de Rice-tornooien, gesponsord door Isaac Leopold Rice, een rijke Amerikaanse schaakfan, die zijn eigen (verliezende) variant in het Koningsgambiet wou promoten. De groten der aarde namen deel, gelokt door het start- en prijzengeld. Daarna mochten de dansende beren weer in hun kooitje om weer op te treden bij een nieuw Rice-tornooi.

Meer recent was er het Siciliaans thematornooi ter ere van Polugaevsky, georganiseerd door Van Oosterom in Buenos Aires 1994. Hier waren enkel Open Siciliaanse partijen toegestaan – maar niemand durfde de riskante (half weerlegde) Polugaevsky-variant (https://www.chess.com/openings/Sicilian-Defense-Open-Najdorf-Polugaevsky-Variation) op het bord te brengen. In de Polugaevsky-variant springt de computerevaluatie na (Najdorf 6.Lg5 e6 7.f4) 7...b5?! Van 0.1 naar 0.7. Weinig spelers riskeren dit nog – zeker niet op topniveau. Maar als wit niet weet wat te doen, ja, dan kan er wel één en ander gebeuren. Het is echter zwart die zijn lijntjes goed (en diep) moet kennen, om niet meteen in de verdrukking te komen – vaak komt hij kritisch achter in ontwikkeling. Het zegt veel over de variant dat al in de 90’er jaren van vorige eeuw, er in het Polugaevsky-tornooi in Buenos Aires, niet één grootmeester de variant op het bord wou brengen. Laat staan dat dit nu nog gebeurt. Tussen haakjes - het tornooi werd gewonnen door Valeri Salov, die nota bene quasi nooit 1.e4 speelde en bijgevolg zo goed als geen ervaring had in Siciliaanse stellingen - hij koos dan ook meestal voor een zo gesloten mogelijk stellingstype.

Kleinere thema-tornooien vallen meestal niet zo op. Vorig jaar was er in Nederland een thematornooi rond het Middengambiet (met zelfs een openingsboek dat eraan gekoppeld werd), en andere kleinere openingen hebben ook hun 15 minutes of fame gehad – als ik het goed heb, was er ooit een door Maurits Wind georganiseerd Halloween-thematornooi - maar dan als correspondentietornooi (dergelijke thematornooien zijn/waren heel populair in de cr-wereld). Mijn exemplaar van Kaissiber (nr22) bevestigt dat: het werd in 2004/2005 gehouden en Wind won dat tornooi ook. Tijdens mijn zoektocht naar voorbeelden kwam ik toevallig ook op een thematornooi met 1.c4.

Een interessante variant hierop – onbedoeld weliswaar – zijn matchen. En dan vooral de matchen tussen kandidaten (M/V) voor de wereldtitel. Bij uitbreiding ook elke vorm waarin een schaker meerdere keren tegen eenzelfde tegenstander moet aantreden. Een mooi voorbeeld zijn de Euwe-Aljechin matchen, die ons veel bijgebracht hebben in de D17-variant (Slavisch Meraner). Dat leidde uiteindelijk tot de partij Enevoldsen-Piazzini (Buenos Aires ol 1939), en sluimerde dan jarenlang voort als een halfvergeten variant, om in 1986 terug op het voorplan te treden en zo’n tien jaar modieus te blijven op topniveau. Ik vermoed dat ik de variant heb “leren kennen” via het Interpolis tornooi in Tilburg 1988, waar er drie partijen met deze variant werden gespeeld. Karpov scoorde 2,5/3 met wit, maar dat zorgde niet voor een snelle begrafenis van de variant, integendeel. Karpov en Kramnik speelden graag met de witte stukken, Anand, Shirov, Bareev en Khalifman verkozen de zwarte stukken. Dat de variant maar zeer langzaam uitstief, was omdat de stelling op het bord zowel interessant, als ongebruikelijk was qua materiaalverhouding. Spelers die iets zagen in die zwarte pionnenmassa konden voor zwart gaan, liefhebbers van een licht stuk meer op het bord, voor wit.

https://lichess.org/study/alUQAQPs/Mha9FTci#26

Matchen waren vooral vroeger een testbank voor openingen. Elke speler kwam gewapend met twee of drie openingen op zak (en nog wat reserves, afhankelijk van de lengte van de match) om de strijd aan te gaan. Ik herinner me mooie duels in het Russisch uit een Timman-Yusupov match, of de mooie Siciliaanse partijen die Short in zijn WK-match tegen Kasparov speelde. Natuurlijk ook alle gevechten in het Spaans in de matchen van Kasparov.

Van sommige varianten, zoals dat Russisch uit de Timman-Yusupov match, vraag je je af waarom dit niet meer gespeeld wordt. Maar dan blijkt in deze computertijden dat wit met een heel prettig voordeel uit de opening komt (zie screenshot hierboven), een oordeel dat bevestigd wordt door de toppartijen na de 15de zet van wit: wit scoort 7/10 in topgrootmeesterpartijen. Timman hield de eerste partij met wit remise, en Yusupov maakte daarna de fout om dezelfde variant te blijven spelen, wat Timman een 3,5/4 resultaat met de witte stukken opleverde.

https://lichess.org/study/alUQAQPs/VC1KvEuZ#29

Nog een variant op thematornooien, zijn openingen die “plots” modieus worden en in één tornooi door verschillende spelers getest worden. Van relatief nabij maakte ik een mode-variant in de Caro-Kann mee in één van die mooie open Lost Boys tornooien in Antwerpen. Alleen, ik vind die tornooibulletins even niet terug, en als ik op mijn geheugen voortga, zou minstens één partij door Novikov moeten gespeeld zijn met die variant, maar ook dat levert in de databanken niets op. Maar het gebeurt vaker dat een interessant nieuwtje door spelers in een tornooi opgemerkt wordt, en meteen door henzelf aangewend wordt, omdat ze denken een verbetering te hebben gevonden.

Wat modevarianten betreft: alles is mode, en wat vergeten is, wordt weer nieuw. Dubieuze varianten zoals de Larsen/Bronstein variant in de Caro-Kann (1.e4 c6 2.d4 d5 3.Pc3 dxe4 4.Pxe4 Pf6 5.Pxf6 gxf6), komen haast niet meer voor, maar wie zo’n variant goed kent, kan het nog altijd wel eens proberen tegen een niet voorbereide witspeler.

Chessbase gaf recent nog deze partij aan, die blijkbaar in mijn beginperiode als schaker een modevariant was. Ik kan het niet bevestigen – internet bestond toen nog niet, en we mochten blij zijn dat we een schaakboek in de lokale boekhandel konden kopen.

Dat sommige varianten decennia lang kunnen doorleven in openingsboeken en geanalyseerd worden in artikelen, toont dit artikel aan – best de moeite, maar nu ben ik echt wel aan het afwijken.