
eigen foto: strand bij Saint-Jacut-de-la-Mer
Plancoët ronde 6
Zesde ronde: we krijgen meer tegenstanders "van ons niveau".Ik heb nog niet veel gezegd over ons verblijf. We hadden in een huisje gehuurd vlak naast de kerk van Notre Dame de Nazareth, op de rand van Plancoët. Deel van een oude boerderij, bood het huis zowel een rustige ligging, als een tuintje met afgesloten parking. Wat ons wel opviel: de meubelen (tafels, stoelen, bedden) waren duidelijk afgestemd op de eigenaars (klein van gestalte). Dat betekende dat ik blij was met mijn dubbel bed, waar ik diagonaal moest in liggen om de benen te kunnen strekken (bij deze een bedankje aan Pauwel dat hij zich opofferde en als enige van ons drieën het met de kamer met het enkel bed moest doen). Ook het gaan zitten aan de tafel in de living was een maneuver dat ik met de nodige voorzichtigheid moest uitvoeren.
Maar de wifi werkte goed, de TV was voorzien van een goed aantal zenders en het sanitair en de keukeninfrastructuur werkte ook naar behoren. Voor drie schakers (twee vrijgezellen en een ex-kotstudent) een onderkomen dat voor een schaakvakantie meer dan OK was.
Peter kreeg een Bird tegen, maar hij speelde de opening goed, en hoewel hij een pion en het loperpaar achter kwam, bood hij goed weerstand, tot het heel taktisch begon te worden en zijn tegenstander het hoofd koeler kon houden dan Peter. Opgave op zet 39, maar een partij waarin hij allerminst van het bord gezet werd.
Pauwel kreeg het zusje van te bekampen. Van wie? Van Valentin Nicot, 12 jaar en 2181 elo. Ik zag hem vorig jaar ook al in Vaujany de pannen van het dak spelen, en hij is er in dat jaar enkel maar sterker van geworden. Zijn ouders omringden hem toen met alle zorg voor, tijdens en na de partij, nu was enkel zijn moeder aanwezig. Ergens vermoed ik dat ze hopen dat hij de volgende Maurizzi wordt. Hier liep het wat minder (-20 elo), maar dat maakte hij nadien ruimschoots goed in het NK in Vichy (+60 elo). Terug naar Pauwel en zus Anna Nicot. Het meisje had het soms moeilijk om verloren partijen te verwerken – lees: traantjes, maar Pauwel koos voor een rustige opzet tegen haar Hollandse opstelling en kon stapvoets zijn positioneel voordeel uitbouwen tot winst.
Ik in ronde zes tegen een tiener met een mooie, lange naam. Aliocha Rotman-Pereira is een 17-jarige jongeman, met één elopuntje meer dan ikzelf. Zou dat ene puntje het verschil maken?
Tegen zijn Lb5 in het gesloten Siciliaans liet ik hem onbekommerd (onbesuisd zeg maar) slaan op c6, maar na terugslaan met bxc6 dat leverde me een serieus gat op d6 in mijn stelling op, waarvan ik me slechts kon bevrijden door d7-d5 te spelen en een geïsoleerde dubbelpion op de c-lijn over te houden, om nog te zwijgen van mijn inactieve loper op b7, die de hele partij toeschouwer was. En dat terwijl ik wel degelijk weet dat in zo’n gevallen (na Lb5) Pc6-d4 de normale voortzetting is (ik kijk ook wel eens naar de prima Youtube filmpjes van Naroditsky), waarna de loper met pionzetten kan weggejaagd worden en zwart een goede stelling overhoudt. Soms neemt een mens beslissingen tegen beter weten in, en dit was er weer één van. Vroeger kon ik dit nog rechtbreien, vandaag de dag lukt me dat niet meer. Wit bouwde zijn voordeel geduldig en voorbeeldig uit en ik moest voortdurend keepen. Pas toen het even tactisch kon worden en ik een correct kwaliteitsoffer bracht, kwamen er tegenkansen op het bord (zie partijfragment), maar dan had ik wel het correcte 26...Td5 moeten spelen. In de partij volgde echter 26...Ld4, waarna hij 27.Da5! De7 26.Dg5! kon spelen en mijn tegenspel kon meteen weer de doos in. De stukken volgden tien zetten later. Mijn zoveelste les dat openingstheorie ook op mijn niveau veel belangrijker is geworden dan 10 jaar geleden. Maar na analyse moet ik wel bekennen dat hij heel goed speelde - zijn 20 elo winst na het tornooi bevestigde dit.