eigen foto: levende kreeft in de supermarkt
Plancoët ronde 4
Een moeilijke ronde voor de drie spelers.Bijna halfweg. De eerste drie ronden laten je kennismaken met het tornooi en de omgeving en je raakt in het ritme. Vandaag vond ik nog de tornooifolder in mijn auto. Een klassiek geval op A5-formaat waarin alle sponsors mooi vermeld werden, en de tornooidetails nog eens opgesomd werden. Het prijzengeld was 7000 EUR (niet mis, als ik het vergelijk met veel Belgische tornooien), en de voorbije winnaars werden ook nog eens afgestoft. De eerste editie werd gewonnen door IGM Inkiov in 2001. Dat doet vermoeden dat de editie in 2025 een jubileum was, maar dat is niet zo: door Corona ontbreken de jaren 2020-2023 en ook in de jaren 2005-2007 was er een onderbreking. Andere bekende winnaars waren Istratescu in 2004, en Guliyev in 2012. Twee spelers wonnen het tornooi twee keer: IM Vincent Colin in 2008-2009 en IGM Sebastien Feller (die heb ik ooit eens een biertje getrakteerd aan de bar in de Brugse Meesters) in 2017-2018. Nogmaals, een leuk tornooi, en laat u niet tegenhouden door de afstand - in Bretagne is er geen péage te betalen (die begint/eindigt bij Caen), zodat de 700 km westwaarts flink goedkoper uitkomt dan bv 700 km zuidwaarts. En levende kreeft in de supermarkt zie je ook niet elke dag :-)
Terug naar het tornooi. Peter kreeg met zwart Lionel Simon (1709) tegenover zich. Een speler (º1960) die twintig jaar geleden nog 1700 elo had, maar die in de Corona-jaren had zien afkalven naar iets net boven 1500. De eloboost van maart 2024 bezorgde hem zijn oude rating terug en ondanks of dankzij een hoge activiteitsgraad, heeft hij die rating min of meer kunnen behouden. De man speelde een Schots gambiet, waar Peter bijzonder ongelukkig op reageerde, en hij reeg de zwakke zetten aan elkaar, in die mate dat zijn stelling na 14 zetten enkel nog het opgeven waard was. Een off-day tot en met - en vooral, een verliespartij waar je eigenlijk niets nieuws van leert. Peter dus een "vrije" namiddag.
Pauwel had het ook niet makkelijk. Hoewel hij de opening eenvoudig hield, speelde zijn jonge tegenstander niet slecht en in het middenspel kwam hij zelfs een pion voor. Pauwel moest dus in verdedigingsmode en deed dat prima. De spelers naderden zet 40 met volgende stelling:
Er zit niets meer in in de slotstelling - wit noch zwart kan iets forceren.
Yves mocht met zijn 1/3 aantreden tegen nog een jong talent. Het ging met zwart natuurlijk weer meteen mis in een 1.d4 opening. In een gelijke stelling besloot ik tot het gekke Pf6-g4, waarna ik meteen een kwaliteit mocht inleveren. Niet getreurd, ik wou het hem nog eens zien doen, dus met wat grinta tussen de raderen en een concentratie x2 me achter het bord geplant.
Het gemiste punt kwam blijkbaar nogal hard aan bij mijn tegenstander, want even later stapte hij uit het tornooi. Zelf vond ik de remise een beloning voor mijn geconcentreerde verdediging. Tenslotte: hij was een speler van 2045 elo, ik van amper 1877, dus ergens worden er fouten gemaakt - we zijn geen grootmeesters, dus is het "gewoon" maar wachten tot je tegenstander ook een slippertje maakt. Soms komt die fout vroeg (zoals van mij in de partij), soms komt de fout laat (zoals de zijne: geen mat geven en nog die pion verliezen). Ik merk dat ik die ingesteldheid om zo hard mogelijk te verdedigen (de zogenaamde infinite strength theorie - zie blz 57 in deze pdf van het volgens mij als leerboek onderschatte "The New in Chess book of Chess Improvement", die de oorsprong ervan verklaart), al te vaak verloren heb.