bron: website de toren
Objectieve berichtgeving
Hoe objectief is schaakberichtgeving in tijden van monopolies en toegedekte incidenten?In deze tijden hebben de social media (maar ook andere bedrijven – je moet voor bijna elke webwinkel of levancier een account aanmaken – if it’s free, you’re the product) één groot doel: een bubble creëren voor hun gebruikers, waarin ze alles vinden wat ze nodig hebben, online en voor zover mogelijk, ook offline. Naast de sleutelhangers van Delhaize, die zeer goed ingeburgerd zijn, is een prima voorbeeld Facebook, letterlijk het online social network, met een prima Jesse Eisenberg). Niet enkel jij als persoon bent aanwezig, maar ook je vrienden, de overheid, bedrijven, dienstverleners. Je hoeft Facebook niet meer te verlaten om bv een pizza te bestellen of een loodgieter te vinden. Door ook nog eens andere ICT-bedrijven op te kopen, zoals Whatsapp, heeft Mark Z een quasi totale greep op iedereen die de poorten van Facebook binnen wandelt. Vandaar ook de cookies die je op zowat elke website moet wegklikken (maar vergeet de pixels niet. Hoe meer cookies je aanvaardt, hoe vaker je gerichte reclame of zelfs mails krijgt om je terug naar de site te lokken en in de bubble te blijven.
Ik moest hieraan denken, toen ik weer eens langs chess.com passeerde. Hun berichtgeving (onder “news”) is sterk gericht op hun eigen tornooien, en op de tweede plaats wat hoofdzakelijk Amerikaans nieuws en informatie over toptornooien en topspelers. Bullet Brawl, Titled Tuesdays, Freestyle Friday, Chessable Masters, ... navelstaarderij ten top en – wat mij betreft (en ik vermoed ook veel anderen) – niet echt schaak wat me boeit. Wat hebben we aan honderden blitzpartijen, als je tornooien hebt als Wijk aan Zee of de FIDE Grand Prix tornooien, of de zeer grote en sterk bezette opens (Gibraltar, Man, Dubai). Dan klik ik zelfs nog eerder een willekeurig tornooi in lichess aan om wat goed schaak te volgen.
Wie lid is van chess.com, wordt bijna elke keer eraan herinnerd dat je ook betalend lid kan worden, door bepaalde vrijheden te verminderen (zoals het aantal puzzels dat je gratis kan oplossen per dag). Gelukkig is reclame, die je schaakactiviteit afremt (zie reclame op youtube), (nog) niet doorgedrongen op chess.com, want dan zouden ze pas echt een argument hebben om je over te halen tot een betalend lidmaatschap – maar velen zouden op dat moment ook chess.com vaarwel zeggen en definitief enkel lichess gebruiken.
In hun voordeel pleit wel dat ze dat dus nog niet gedaan hebben, maar wat niet is, kan komen. In het verleden hebben ze hun greep op de schaakberichtgeving al gevoelig verstevigd, door onder andere het opkopen van chess24.com (dat ondertussen was samen gegaan met Magnus Carlsens bedrijfje, dat onder andere Chessable en New in Chess al had gekocht), zowat de eerste grote site die met live schaakpartijen startte. Zelf had chess24 al de chessvibes-site van (de goede schaakjournalist – zie zijn prima in memoriam van Boris Spassky) Peter Doggers overgenomen, om hun nieuwsreels wat te stofferen. Grote vis eet kleine vis en wordt gegeten door zeer grote vis. Peter zelf is er enkel maar beter van geworden: hij is nu director of content (news & events) bij chess.com (en is er nog druk actief als blogger) – soms hoef je niet te switchen van job om op te klimmen in een organisatie.
Chess.com biedt een scala een schaakgerelateerde diensten aan: van nieuws, over spelen en puzzels, computerschaak, engine-tegenstanders, uitzendingen van streamers, en – het zouden geen Amerikanen zijn – ook een shop en merchandizing. Ze pogen ook topspelers onder contract te houden, zodat ze enkel op chess.com spelen, en niet op het vrije lichess. Een bekend voorbeeld is hoe Nakamura betrapt werd op overlopen en meteen opperhoofd Danny Rensch aan de lijn kreeg. Er staan trouwens enkele video’s van Nakamura die lichess verkent en heel positief is over hoe alles verloopt en weergegeven wordt.
https://www.youtube.com/watch?v=cV7UlvM95Zc
Grote broer Chessbase, de windows van de schaakwereld, heeft zich danig verkeken op het online tornooigeweld, en ziet zijn eigen schaakserver afkalven tot een bijna exclusieve Duitse aangelegenheid. Dat is wat vreemd, omdat bv een schaakserver als ICC al decennia bestaat (het was de eerste site die ik bezocht toen ik voor de eerste keer op internet surfte en de site is onlangs heropgestart), en Chessbase zo’n dienst best vroeger had kunnen starten en een beslissende voorsprong kunnen uitbouwen. Een gebrek aan fantasie bij de Duitsers? Of net als het echte Microsoft de impact van internet onderschat? Dit verhaal en de ondergang van chess24 toont aan dat het aanbod binnen een bubble wel kwalitatief hoog genoeg en vernieuwend moet zijn om op lange termijn het publiek te blijven aantrekken. Daarnaast spelen aspecten als zeitgeist ook een rol. Denk in dit verband maar aan een vorig social mediaplatformen als MySpace, of de steile opkomst van TikTok. Onlangs werd ook de shutdown van ICQ aangekondigd, enkele van de eerste succesvolle chatprogramma’s eind jaren 90. Skype, een soort opvolger een decennium later, wordt eveneens stopgezet in 2025.
Chessbase heeft het iets makkelijker om zijn wereldje te beschermen – naast gratis software, die in de marge voortkabbelt (Arena, GNU, ChessX, ...) heeft het vooral zijn Russische concurrent Convekta (Chess Assistant) uit de markt geduwd. Ze hebben een deel van hun afzetmarkt verloren aan de online wereld (lichess laat je perfect toe om je eigen repertoire online op te bouwen), maar ze blijven incontournable als het gaat om gemakkelijk te gebruiken software, dankzij een goede grafische vormgeving, en mogelijkheden die een breed gamma aan schakers aanspreken. Hun nieuwsberichtgeving is nog steeds prima – zeer divers en redelijk actueel – en dankzij hun schaduwsites in het Duits, Frans en Spaans en de onafhankelijke site voor Indië, kunnen ze beschouwd worden als de referentie voor wereldwijd schaaknieuws. Het heeft nauwelijks zin om je buiten hun bubble te begeven, want behalve chess.com en de veel kleinere sites van bv schaaktijdschriften (BCM, Europe-Echecs) en individuele bloggers (de sites van Bill Wall, Mark Ginsberg en Douglas Griffin), is er nauwelijks schaaknieuws te rapen via andere kanalen.
We zijn dus beperkt tot twee grote spelers die schaaknieuws publiceren – en hoewel ze misschien geen van beiden een politieke agenda hebben – vormt dit beperkt aanbod an sich een filter op de algemene nieuwsgaring. De verschillen zijn al duidelijk in de sites van Chessbase in de andere talen (D,F,E,S). Dat is niet onlogisch (een Spaanstalige schaker zal meer geïnteresseerd zijn in nieuws van Spanje en Zuid-Amerika), maar het toont wel aan dat (ook de gewone) nieuwsberichtgeving altijd gefilterd is. Media kiezen voor een groot deel wat we te zien/horen krijgen, en dat zijn vaak de grote thema’s als (binnenlandse) politiek, rampen, sport (zeg maar voetbal en wielrennen) en als zout in de pap nog wat lokaal nieuws. Als het nieuws zich afspeelt buiten deze kernzone, wordt het pas opgepikt als het zich maatschappelijk heeft verspreid.
Denk in dit verband maar aan de hysterie rond Hans Niemann (zelfs Sporza pikte het op), het jeans-incident met Carlsen, of de openbaringen van Jennifer Shahade rond Alejandro Rodriguez en hieraan gerelateerd, de manke vertoning van de Saint Louis Chess Club, die eerst de problemen negeerde, om pas laattijdig een correct standpunt in te nemen. Tja, groeistuipen van de schaaksport op internet zeker?
Dit artikel lag al een tijdje in de schuif, maar ik recupereerde het omdat op de site van Oude God over een incident werd verhaald in het VK Jeugd. Het betrof een incident waarbij een speler gebruikt maakte van de live-borden, om een blunder voor zijn even afwezige tegenstander te spelen, om daarna het stuk terug te zetten, waarna hij "piece touchee" claimde. Wat mij betreft het laagste van het laagste, en zijn naam staat nu in mijn geheugen gegrift. Dat de Waalse begeleiders dan nog de partijdigheid van de Vlaamse getuigen in twijfel trokken, en zo een compromis uit het vuur trokken, is voor mij dan nog de ultieme druppel in de emmer. How low can you go.
Maar was dit niet gepubliceerd geweest op de site van SK Oude God, dan zou dit zomaar gepasseerd zijn - misschien is het een idee om verslagen van arbiters ook op de website van tornooien te plaatsen. Maar dan volledig - dwz in dit geval dat onder druk van de ene kant een niet-reglementaire beslissing werd genomen.