- Blind mode tutorial
lichess.org
Donate
De zet g2-g4 als aanvalswapen

eigen foto

De zet g2-g4 als aanvalswapen: deel 2

Chess
We gaan verder met onze voorbeelden van g2-g4, nu met wat meer voorbeelden uit eigen praktijk.

Beginnen we met deze stelling, die duidelijk is ontstaan uit een Franse Winawer.

https://lichess.org/study/nhw48oL3/Y7Aeocjc#0

Hier kan wit het verrassende 15.g2-g4 spelen. Het witte paard op f3 is onkwetsbaar, omdat ook Pe7 hangt. Aangezien wit veld f5 met g4 heeft afgenomen, moet het paard naar een ander veld uitwijken. Na het logische 15...Pc6 volgt 16.Lh6 en de druk is van de f-lijn. Daarna, na 16...Dd6 blijft het slagen regenen op de zwarte stelling, die een duidelijke ontwikkelingsachterstand heeft, bv 17.Pg5 Te7 18.f4 Pf6 19.Lf3 Ld7 20.Ph3 Tf7 21.Lg2 Kh8 22.Pg5 en zwart moet op een smal pad verder om niet meteen ten onder te gaan.

Zie verder ook recent de partij uit de Superbet Classic Firouzja-Caruana, waar wit op de tiende zet g4 speelt. Dit is nog volop theorie, en de meest gespeelde zetten zijn (in volgorde) 0-0-0, Le2, h3 en Ld3, met g4 als vijfde meest gespeelde zet in meesterpartijen (volgens lichess). Caruana won de partij uiteindelijk, na enkele ups en downs, maar het is interessant om eens te kijken wat er zou gebeurd zijn na 10.g4 Phf6 11.g5 Pe2 12.h4 h6 13.gh6 Th6 14.Pxe4 dxe4 15.Pg5 Db4+ 16.Dd2 De7 17.Dc2 en SF17.1 verkiest hier zetherhaling met 17...Db4+ 18.Dc3 De7 19.Dc2 0.00.

Nu naar een paar van mijn partijen. Toen ik onlangs een oude partij van mij terug onder de loep nam, zat er opnieuw een g2-g4 in de stelling, dit keer in een Skandinaviër. Nu was het wel met een vreemde twist, omdat wit had ingezet op kwaliteitswinst, en dat bood zwart wel wat mogelijkheden, maar dan moest hij actief spelen. Het is een minder typisch voorbeeld, omdat het hier niet gaat om koningsaanval, maar een scherpe strijd om initiatief en materiaal – zoals zo vaak vindt de computer dan dat het bij correct spel (vaak op een niveau dat niet door ons stervelingen te bereiken is) remise is door zetherhaling.

https://lichess.org/study/nhw48oL3/CDT8BLI1#0

Hier speelde zwart 14...Tc8 15.Pe1 Dxd4?! en verloor, maar met 14...De7 had ik een scherpe stelling op het bord gehouden, waarbij het wit was die eerder voorzichtig moest zijn om zijn dame op het bord te houden, in een dynamisch, zeg maar scherp evenwicht. Was dit op het bord gekomen, ik zou deze stellingen zeer moeilijk hebben kunnen taxeren.

Een tweede voorbeeld vond ik recent in een variant van één van mijn partijen in het VSF in Gent.

https://lichess.org/study/nhw48oL3/GAlGw8W2#0

Als uitsmijter nog volgend spectaculair voorbeeld dat ik van Brabo mocht ontvangen, maar wie hier met zwart g5 durft spelen, moet 100% zeker van zijn zaak (en geheugen) zijn.

https://lichess.org/study/nhw48oL3/DXMbBSIP#0

Voor wie nog wat lectuur wil over g2-g4 en g7-g5, is volgend artikel zeker een aanvulling. Zie ook hier voor nog wat voorbeelden. In vorig artikel gaf ik misschien de oerversie van een g2-g4, maar aangezien ik actueel Vidmars Goldene Schachzeiten aan het lezen ben (zo'n beetje zijn schaakautobiografie), viel me daarin de partij Vidmar-Tarrasch op, waarin hij met 18.g2-g4 (en vooral dankzij de blunder van Tarrasch die er meteen op volgt) de partij mooi in een aanval kan beslechten. Zijn 18.g2-g4 is trouwens niet de beste zet, maar het gaat om het voorbeeld.

Recent kwam de zet g2-g4 ook terug als hoofdstukje in het nieuwe boek van Maatman. Ik wil maar zeggen: zonder g2-g4 in je materiaalbak, speel je met een handicap.

Wie er meteen een heel boek wil op nalezen, kan ik Kryakvins boek over g4 aanbevelen. Je kan het ook krijgen op NIC, waar je naar goede gewoonte een sample kan lezen. Dit boek behandelt “alle” g2-g4 aanvallen, ook deze ondersteund door h3 of f3, en ook alle die zeer thematisch voor bepaalde openingen zijn (wat niet de insteek van mijn artikel was). Niettemin, een compleet overzicht voor alle flankaanvallen met deze pion.

Tot zover enkele avonturen in de g2-g4 wereld. Net als het "nieuwe" h2-h4, is dit een handig wapen om tot aanval te komen, en waarschijnlijk ééntje waar de tegenstander met iets minder vertrouwen tegen verdedigt dan tegen het al meer ingeburgerde h2-h4.