lichess.org
Donate
Zwart op Wit

Zwart op Wit - Paul Van der Sterren

ECF Book of the Year 2024

Chess
Het nieuwe ECF Book of the Year is ... 13 jaar oud.

Ik probeer elk jaar minstens twee boeken te lezen van een Nobelprijswinnaar literatuur. Enerzijds om buiten mijn comfort zone te treden wat betreft het lezen van mijn run-of-the-mill (non-) fictie, anderzijds om eens te zien wat zo uitzonderlijk is aan die werken van deze schrijvers. Het hoeft geen betoog dat ik meer dan één ontdekking heb gedaan, maar anderzijds ook ontgoochelingen heb opgelopen.

Wat betreft ontdekkingen, wil ik zeker de volgende schrijvers vermelden: Kazuo Ishiguro (The Remains of the Day en Never Let Me Go zijn twee absolute aanraders), Alice Munro (Dear Life, Too Much Happiness), VS Naipaul (Beyond Belief: Islamic Excursions among the Converted Peoples: geeft heel veel inzichten in hoe de islam in vier islamitische landen beleefd wordt), Dario Fo (De Tijger en Andere Verhalen, waarvan ik me nog burleske fragmenten herinnerde uit het middelbaar), John Steinbeck (Cannery Row en Travels with Charlie, maar zijn echte klassiekers moet ik nog lezen), Hermann Hesse (Narcissus und Goldmund – een topper), Doris Lessing en Ernest Hemingway (Islands in the Stream - The Old Man and the Sea had ik al in het middelbaar gelezen). Tegenvallers waren dan weer Patrick Modiano (saai) en José Saramago (de ellenlange zinnen en het trage tempo zijn echt wel vermoeiend – en ik vrees dat John Fosse (moet ik nog lezen) in hetzelfde bedje ziek is). Tot zover mijn bescheiden bijdrage als literatuurcriticus.

Het equivalent van de Nobelprijs op schaakvlak is misschien wel de Engelse “Chess Book of the Year” award (zie ook Goodreads), maar zoals de titel zegt, is het niet de auteur die voor zijn oeuvre bekroond wordt, maar een uitzonderlijk goed schaakboek. Opvallend was dat dit jaar, er een boek werd bekroond... dat al dertien jaar oud is, namelijk uit 2011. Het gaat om “Zwart op Wit, een schakersleven” van Paul Van der Sterren, of in het Engels “In Black and White”. Ik heb het boek nu 13 jaar geleden gelezen, toen ik met de kinderen vaak naar binnenspeelplaatsen trok en we dan rustig een paar koffies konden achterover slaan, terwijl de kinderen een topdag beleefden.

Het is een zeer vlot leesbare autobiografie, met iets van 200 partijen – en misschien moet ik het boek weer eens ter hand nemen. Van der Sterren, drie jaar ouder dan zijn generatiegenoot Van der Wiel, die wel eerder piekte op schaakvlak, bouwde zijn carrière langzaam op, tot hij zelfs doorstootte tot de kandidatenmatchen en daar in 1994 Gata Kamsky tegenover zich kreeg. Een opmerkelijke piek in de carrière van een bovengemiddeld grootmeester, die toen “toch al 38 jaar oud” was. Nu ik zelf 56 jaar oud ben, is 38 jaar jong, maar als je de leeftijd van de huidige toppers ziet, bv op 2700chess, of de deelnemers in recente kandidatentornooien, dan staan daar toch niet veel 38-jarige (of oudere) spelers tussen. Het was toen al opmerkelijk, nu zou het dat zeker zijn.

Het is vreemd dat dit boek zo lang heeft moeten wachten op een Engelse vertaling. Akkoord, onderstel een bovengemiddelde Oost-Europese IGM, die zijn memoires schrijft – en dat prima doet, gaan we dan staan te springen om de Nederlandse vertaling in handen te krijgen? Ik vermoed van niet, jammer misschien. Anderzijds heeft ook “De Koning” van Donner (en Krabbé en Pam) heel lang moeten wachten op een Engelse vertaling – wat nog veel gekker is dan het geval Van der Sterren. Toen het eenmaal in het Engels verschenen was, verkreeg het (eindelijk en terecht) een globaal lezerspubliek. Peter Svidler deed het zichzelf cadeau en vond het elke cent waard. Het is dan ook een klassieker, die ook voor niet-schakers interessante lectuur is, en een mooie inwijding in de schaakwereld, en wat daarin leeft, kruipt en brobbelt. Je vraagt je af wat moois we missen als “De Koning 2” nooit gepubliceerd raakt...

Het is een unicum, de hoogstaande Nederlandse schaakliteratuur – en de hoeveelheid ervan. Je kan de goede Nederlandse schaakschrijvers al bijna niet meer tellen op de vingers van twee handen (naast de toppers Euwe, Timman, Donner, Sosonko, Ree en Krabbé, heb je nog schakers/schrijvers/journalisten als Van der Sterren, Pam, Postma, Van Wijgerden, Boersma, Muhring, Grooten, Ligterink, Prins, Van der Weide, Boersma, Van Wijgerden,...). Ik durf de vergelijking met Nederlandstalig België zelfs niet maken.

Terug naar Engeland - dat kwaliteitslabel is bijna altijd terecht, en de genomineerde boeken zijn vaak ook zeer de moeite waard. Ik ben nu de "leest als een trein" autobiografie van IGM/journalist Andrew Soltis aan het lezen (Deadline Grandmaster), en hij heeft vroeger ook al een ECF Book of the Year award gekregen voor zijn “Mikhail Botvinnik: The Life and Games of a World Chess Champion”. Toch vind ik zijn boek “Frank Marshall, United States Champion”, nog beter, een top tien boek uit mijn persoonlijke bib. Aangezien ik mezelf een vroeg kerstcadeautje wou doen, kocht ik dan ook maar meteen het Book of the Year van 2023, de eindspelknuppel van Aagaard. Jullie zijn gewaarschuwd!

Een partij ter illustratie... hmm bij het doorbladeren van zwart op wit viel mijn oog op Gavrikov-Van der Sterren (OHRA 1987), een gevecht van meer dan 90 zetten dat Paul verloor (hij is inderdaad niet te beroerd om (veel) verliespartijen van hemzelf op te nemen), en ook op VdS-Rill, KNSB 1985, een grootmeesterlijke "ik duw je even van het bord" partij, maar ik laat de lezer de keuze om zelf nog eens Van der Sterren te herontdekken. Zijn klassieke openingsrepertoire komt in dit boek uitgebreid aan bod, dus liefhebbers van Damegambiet en Spaans, koop zonder verder dralen dit boek - vijf sterren.