eigen foto: standbeeld van de la Bourdonnais in Saint-Malo
Plancoët ronde 2
Ronde 2: lukt het tegen een speler van 1992 (elo)?Tweede speeldag, maar ik heb nog iets van de ochtend van de eerste, namelijk onze uitstap naar Saint-Malo. Daar viel me iets op dat bleef hangen, en na thuiskomst was er inderdaad een schaaklink met één van de standbeelden in de stad.
Het standbeeld op de foto is namelijk van Bertrand-François Mahé de La Bourdonnais (1699-1753), een Frans officier in de toenmalige zeemacht, die bijzondere moed had getoond bij de verovering van het West-Indische stadje Mahé. Of het stadje nu de naam van de La Bourdonnais kreeg, of andersom, daar is wikipedia ook nog niet uit. In elk geval, de naam deed een belletje rinkelen en inderdaad, Bertrand is de grootvader van de ons bekende Franse schaker Louis-Charles Mahé de La Bourdonnais (±1796-1840). De duels tussen hem en Alexander McDonnell (1798-1835) waren zo'n beetje de start van het moderne schaak, en wie kent niet die partij met drie zwarte vrijpionnen op de zevende rij?
Mijn analyse van mijn partij uit de vorige ronde leerde me twee dingen. Het eerste was dat mijn eindspel afgrijselijk is, terwijl ik vroeger dacht dat het één van mijn sterke punten was (mijn middenspel daarentegen is beter dan ik dacht). Het tweede was dat mijn tijdsindeling me vaak parten speelt. Ik probeer al mijn tijd nuttig te besteden (behalve wanneer ik niet aan zet ben, dan loop ik vaak even rond om terug met een frisse blik aan het bord te komen), maar dat mondt vaak uit in tijdsnood (een levenslang probleem). Het zorgt er mee voor dat ik voor het eindspel vaak tijd tekort kom – en daar kreeg ik in dit tornooi meer dan genoeg voorbeelden van. Maar ik loop vooruit op de feiten.
In de tweede ronde kreeg ik Nicolas Favrel voorgeschoteld, een speler wiens elo (1992) bijna een match is met zijn geboortejaar (1998). Dan denk je, een moeilijke namiddag tegen een jonge, sterke speler. Dat gebeurde ook, ik verhaspelde alweer mijn opening tegen 1.d4, maar kon mijn hoofd boven water houden. Niettemin, de computer vindt het nog altijd gelijk staan, ook nadat mijn tegenstander een loper kan laten binnendringen in mijn stelling. En dan gebeurt dit:
Een cadeautje zeker? Ik vond de opgave ietwat snel, ik had gedacht dat hij nog in troebel water ging proberen te vissen, maar in elk geval een opsteker om zo in het begin van het tornooi een punt te krijgen.
Peter deed zijn stuntzet van de eerste ronde nog eens dunnetjes over. Ook nu had hij een slimme zet in de mouw zitten, die in tijdnood zijn tegenstander helemaal in de war bracht:
Pauwel stond in zijn partij net klaar om het centrum te gaan bezetten, met de voorbereidende zet 13.f3, toen zijn tegenstander in het gat op g3 sprong met een paard en zomaar een kwaliteit won. De stelling was van die aard dat redding daarna niet meer mogelijk was. Wit werd overrompeld en na 30 zetten konden de stukken weer in de beginpositie.